Materieel spiritualisme
Door: Hans Kloosterman
Blijf op de hoogte en volg Hans
10 Februari 2013 | India, Gangtok
Ook al bestudeer je het boeddhisme en probeer je het ego kleiner te maken en de negatieve aspecten van het ego uit te bannen/wortelen, dan zie je toch weer in de kloosters zo hier en daar het spirituele ego enorm opspelen. Het westerse materiele ego met wat daar aan vasthangt wordt wel minder maar dan zie je weer het spiritueel ego opspelen. Wat bedoel ik daarmee? Bijvoorbeeld hier in Sikkim wordt erg gelachen om een westerling die al lopend op straat een mantra opzegt en zijn mala aan het tellen is. Westerlingen staan gelijk aan het christendom. Een monnik vroeg naar mijn intentie om het boeddhisme te bestuderen? Mijn antwoord was: om de leer van de Boeddha te begrijpen en de psyche van de mens via deze leer beter te leren begrijpen, voor mezelf en voor anderen. Om daarna meer mensen om mij heen (als ze dat willen) richting helderheid en geluk te brengen. Ik vroeg aan hem wat hij dacht: hij zegt: het leek mij om de goede dingen uit het boeddhisme te halen zodat je nog materieel rijker kon worden of dat het nu trendy is om wat over het boeddhisme te weten ter vergroting van je ego of aangemeten levensstijl. Ik zei hem dat dit een leuke projectie of oordeel is.
Wat ik wel zie bijvoorbeeld in ons eigen boeddhistisch centrum in Belgie dat de mensen die serieus het Boeddhisme bestuderen soms neerkijken op de mensen die er nog niet veel van af weten. Ze noemen dit in het centrum: spirituele dagtoeristen. Dit vind ik een voorbeeld van een groter ontwikkeld spiritueel ego. Je voelt je dan beter omdat je iets minder onwetend bent qua theorie maar je hebt dan nog niets verinnelijkt in je bewustzijn aan deugden als: bescheidenheid, natuurlijke vriendelijkheid, behulpzaamheid/vrijgevigheid, geduld, concentratie, meditatie etc. Ik merk zelf ook wel eens tijdens het les geven dat ik uitspraken heb waardoor het lijkt alsof je op een hoger niveau staat dan anderen. Dit is uiteraard niet de bedoeling……….
Ik las 2 goede voorbeelden in een oud boeddhistisch boek:
1) Een leraar ging met 3 leerlingen 3 jaar, 3 maanden en 3 dagen op een eiland in retraite. De tijd verstreek en de leraar werd steeds wanhopiger omdat de leerlingen dommer dan dom bleven en weinig opnamen van de theorie of spirituele praktijken. Op een gegeven moment vroeg in de morgen, zocht de leraar zijn verborgen boot op en roeide wanhopig weg van zijn leerlingen die nog lagen te slapen. Toen de leerlingen wakker werden en hun leraar aan de horizon zagen wegroeien, raakten ze in paniek en renden over het water naar de leraar toe. Leraar, leraar waarom gaat u weg, wij hebben nog zoveel van u te leren! De clou van het verhaal is natuurlijk dat het lopen over water ( je gewichtloos maken) 1 van de hoogste vormen is in de spirituele leer. De leerlingen waren waarschijnlijk ook door vorige levens op een hoger gerealiseerd niveau dan de leraar die in dit leven wel over veel theorie beschikte maar nog niet veel zijn bewustzijn gerealiseerd had. Je kunt dus niet zeggen dat je verder bent omdat je eigenlijk niet weet wat er in je onderbewuste van vorige levens is opgebouwd.
2) Elk jaar worden er nieuwe monikken aangenomen in de kloosters. Veel jonge monikken waren goed voorbereid door de ouders in het basis boeddhisme en stonden in de rij om gekozen te worden en wat vragen te beantwoorden. Er waren 2 jongetjes over waarvan 1 nog in het klooster mocht worden opgenomen. De ene jongen was er goed voorbereid en kende alle poedjas al uit zijn hoofd. 1 jongen was niet voorbereid en wist niets en had ook geen bekenden in het klooster om voorrang te krijgen. Toch werd hij gekozen omdat hij in een vorig leven varken was en heel hard rond een stoepa had gelopen achter een hond aan. Door het harde rennen was modder opgespat en waren scheurtjes in de stoepa gedicht met deze modder. Het varken had dus verdienste opgebouwd in een vorig leven en werd toch gekozen door zijn gunstig karma.
Wat ik wel zie bijvoorbeeld in ons eigen boeddhistisch centrum in Belgie dat de mensen die serieus het Boeddhisme bestuderen soms neerkijken op de mensen die er nog niet veel van af weten. Ze noemen dit in het centrum: spirituele dagtoeristen. Dit vind ik een voorbeeld van een groter ontwikkeld spiritueel ego. Je voelt je dan beter omdat je iets minder onwetend bent qua theorie maar je hebt dan nog niets verinnelijkt in je bewustzijn aan deugden als: bescheidenheid, natuurlijke vriendelijkheid, behulpzaamheid/vrijgevigheid, geduld, concentratie, meditatie etc. Ik merk zelf ook wel eens tijdens het les geven dat ik uitspraken heb waardoor het lijkt alsof je op een hoger niveau staat dan anderen. Dit is uiteraard niet de bedoeling……….
Ik las 2 goede voorbeelden in een oud boeddhistisch boek:
1) Een leraar ging met 3 leerlingen 3 jaar, 3 maanden en 3 dagen op een eiland in retraite. De tijd verstreek en de leraar werd steeds wanhopiger omdat de leerlingen dommer dan dom bleven en weinig opnamen van de theorie of spirituele praktijken. Op een gegeven moment vroeg in de morgen, zocht de leraar zijn verborgen boot op en roeide wanhopig weg van zijn leerlingen die nog lagen te slapen. Toen de leerlingen wakker werden en hun leraar aan de horizon zagen wegroeien, raakten ze in paniek en renden over het water naar de leraar toe. Leraar, leraar waarom gaat u weg, wij hebben nog zoveel van u te leren! De clou van het verhaal is natuurlijk dat het lopen over water ( je gewichtloos maken) 1 van de hoogste vormen is in de spirituele leer. De leerlingen waren waarschijnlijk ook door vorige levens op een hoger gerealiseerd niveau dan de leraar die in dit leven wel over veel theorie beschikte maar nog niet veel zijn bewustzijn gerealiseerd had. Je kunt dus niet zeggen dat je verder bent omdat je eigenlijk niet weet wat er in je onderbewuste van vorige levens is opgebouwd.
2) Elk jaar worden er nieuwe monikken aangenomen in de kloosters. Veel jonge monikken waren goed voorbereid door de ouders in het basis boeddhisme en stonden in de rij om gekozen te worden en wat vragen te beantwoorden. Er waren 2 jongetjes over waarvan 1 nog in het klooster mocht worden opgenomen. De ene jongen was er goed voorbereid en kende alle poedjas al uit zijn hoofd. 1 jongen was niet voorbereid en wist niets en had ook geen bekenden in het klooster om voorrang te krijgen. Toch werd hij gekozen omdat hij in een vorig leven varken was en heel hard rond een stoepa had gelopen achter een hond aan. Door het harde rennen was modder opgespat en waren scheurtjes in de stoepa gedicht met deze modder. Het varken had dus verdienste opgebouwd in een vorig leven en werd toch gekozen door zijn gunstig karma.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley
